Otto Froebel, Zürich, Zwitserland, Europa
Elke veredelaar verdient bij ons een plaatsje, ook als je maar een paar waterlelies op je naam staan hebt. En zeker wanneer je uit Zwitserland komt, ja, een Zwitserse waterlelie het klinkt een beetje ongewoon en daar houden we wel van. Even ons Duits een beetje opfrissen voor deze post dus.
We hebben het hier dan ook over niemand minder dan Otto Froebel, geboren in Zürich op 27 december 1844. Hij was de oudste zoon van Theodor Froebel, de stichter van de alom gekende tuinbouwfirma Froebel.
Zijn vader Theodor Froebel die in Duitsland geboren was en daar ook de knepen van het vak leerde, kwam in 1834 naar Zürich. Daar gaat hij aan de slag als hovenier voor de Universiteit en ontwerpt de botanische tuinen in Katz. In 1835 startte hij samen met zijn vriend Heinrich Würth een plantenkwekerij. In 1841, 7 jaar later start hij zijn eigen kwekerij, Froebel en Cie en stopt dan ook met zijn werk aan de Universiteit van Zürich. Deze firma legt zich toe op het plantenkweken en landschapsarchitectuur. In die tijd legt hij veel private en openbare parken aan.
Wie was Otto Froebel?
In 1865, op 21-jarige leeftijd dus, stapt Otto mee in de zaak van zijn vader. Hij was eerst in de leer gegaan in Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk en had natuurlijk aan de universiteit van Zürich gestudeerd. In 1890 neemt hij de leiding over samen met zijn partner Evariste Mertens, waarna ze samen het Arboretum Mythenquai , Villenpark Bleuler en Platzspitzpark ontwerpen.
Wat deed Otto Froebel?
Otto Froebel werkte vooral in Zürich, maar ook buiten Zwitserland. Hij ontwierp en legde talrijke tuinen aan, waaronder openbare parken, kerkhoven, tuinen voor hotels en ziekenhuizen. Net zoals zijn vader was Otto ook veel bezig met het kweken van planten, veel van zijn soorten werden dan ook bekroond en zijn uitgebreide catalogus was alom gekend. In die catalogus van 1899 vonden we dan ook de Nymphaea Froebelii terug en zij is natuurlijk de reden van dit artikel 🙂
